top of page

De vrolijke wetenschap van Anne Geene

Van veraf lijkt het een foto van de maan: een gele, niet helemaal ronde schijf tegen een zwarte achtergrond. Met je neus er bovenop zie je wat het echt is: een doorgesneden aardappel. Het verhaal dat fotografe Anne Geene (1983) er bij vertelt zegt veel over haar werkwijze. 'Het begon met de 'Sterrennacht' van Vincent van Gogh. Ik heb vier reproducties van dat schilderij op internet met elkaar vergeleken, en heb uiteindelijk ingezoomd op het maantje. Omdat Vincent van Gogh ook beroemd is vanwege 'De Aardappeleters' ben ik vervolgens onderzoek gaan doen naar aardappels. Ik heb de verschillende soorten aardappelzetmeel in kaart gebracht, en Engelstalige dierennamen verzameld waar het woord 'potato' in voorkomt. Dat zijn er trouwens nog verrassend veel, van insekten tot vissen. En ik heb dus die aardappels doorgesneden en onder de scanner gelegd. Van al het onderzoek heb ik een boekje gemaakt: het Aardappeljournaal.'

Meestal begint Geene niet bij een schilderij, maar bij de natuur. Vogels die in rijtjes zitten, blaadjes met een gaatje erin, duizendpoten, dat soort dingen. Dat ze nu een Van Gogh koos, had alles te maken met de residency die ze onlangs had in het Vincent van Gogh-huis in Zundert, samen met het kunstenaarscollectief Salvo.

 

In haar solopresentatie bij Galerie Pennings zijn de gloednieuwe aardappelfoto's te zien, samen met ander werk dat ze de afgelopen vier jaar maakte. In 2010 studeerde ze af aan de AKV | St. Joost in Breda met het boek 'Perceel 235, Encyclopedie van een volkstuin'. Een boek dat oogt als een droge, wetenschappelijke inventarisatie van de plant- en diersoorten in een volkstuin, maar waarin de categorieën, heel onwetenschappelijk, zelfverzonnen zijn. Dorre blaadjes zijn op hun vorm gesorteerd (alle omgekrulde bij elkaar), en de hondjes van de buren die af en toe op bezoek komen vallen onder 'dwaalgasten'.

 

De vrolijke botsing tussen ordening en willekeur vormt nog steeds de basis van Geenes werk. 'We hechten veel waarde aan orde en duidelijkheid. Als de feiten op een overzichtelijke manier gepresenteerd worden, in statistieken en diagrammen, zijn we gerustgesteld. De wereld is begrijpelijk, alles is onder controle. De 'onderzoeken' die ik doe zijn natuurlijk absurd, ik breng een ordening aan in de natuur die puur voortkomt uit mijn persoonlijke manier van kijken.'

Anne Geene kijkt naar de natuur zoals maar weinig mensen dat, vermoedelijk, doen. Wie anders zou het opvallen dat de blaadjes van een boom in Berlijn steeltjes hebben die in een hoekje groeien, om zo het zonlicht op te kunnen vangen? De gescande blaadjes, voorzien van roze stickertjes, leveren een beeld op dat tegelijk aandoenlijk, droogkomisch, wonderlijk én simpelweg mooi is: ze won er vorig jaar de ING New Talent Award mee.

 

Bij Pennings hangen de foto's ingelijst en gegroepeerd in series aan de wanden. Het heeft wel iets weg van de studeerkamer van een veldbioloog: de nostalgische esthetiek van de analoge wetenschap. Kaartenbakken, handgeschreven lijstjes, beduimelde vogelboekjes, dat werk. Maar uiteindelijk gaat het Anne niet om die losse foto's, ze maakt in de eerste plaats boeken. Dáár horen haar foto's in thuis, samen met archieffoto's, teksten en onderzoeken vormen ze één bont geheel.

Wat ook nog op stapel staat: een groot boek over vogels, een project waar ze al lange tijd aan werkt samen met Arjan de Nooy. In de expositie zijn al een paar 'deelverzamelingen' te zien. Meeuwen die op steeds dezelfde afstand op een dakrand zitten? Die horen thuis in de categorie Bird Geometrics. En die duif wiens kop schuilgaat achter een blaadje dat precies de vorm heeft van zijn kop – die komt, uiteraard, in de reeks 'Toevallige camouflage'.

 

Biologen, statistici, vogelspotters, volkstuinbezitters, kunstliefhebbers, en mensen met gevoel voor humor: ga naar galerie Pennings. Het is een feest om de natuur te zien door de ogen van Anne Geene.

Gepubliceerd in het Eindhovens Dagblad, 23 april 2015

bottom of page